Sterk afgetakelde en dode bomen kunnen nestgelegenheid bieden aan holbewonende vogels en diverse ongewervelden. Ze zitten vaak boordevol doodhoutkevers en zwammen. Als er voldoende ruimte is om dergelijke bomen veilig te behouden in zijn totaliteit heeft dit steeds de voorkeur! In een stedelijke context is dit echter soms moeilijk. Als de boom om de veiligheid moet geveld worden, kan er geopteerd worden deze gedeeltelijk (bv. enkele meters hoog) te laten staan. Staand dood hout op zich heeft een hoge ecologische waarde, door de stammen creatief te bewerken kan die waarde ook nog eens extra in de verf gezet worden. In dergelijke projecten zet ik graag mijn (zaag)tanden!
De werken hebben steeds een rechtstreekse of onrechtstreekse link met verschillende aspecten van biodiversiteit. Om de natuurlijke degradatieprocessen zijn gang te laten gaan en zo veel mogelijk levensvormen een kans te geven, wordt het hout niet behandeld. De voedingsstoffen in het hout breken traag af en komen opnieuw ter beschikking van de omringende natuur. De houtsculpturen zijn dus sowieso tijdelijk van aard. Afhankelijk van de natuurlijke duurzaamheid van de betreffende houtsoort is tijdelijk echter een zeer relatief begrip. Voor stammen uit valse acacia (Robinia), tamme kastanje of eik spreken we echt over decennia, zelfs in rechtstreeks contact met de grond.